Leren van arbeidsongevallen

Inzichten uit de Monitor Arbeidsongevallen 2024, gepubliceerd door de Nederlandse Arbeidsinspectie in oktober 2025

De Monitor Arbeidsongevallen 2024 van de Nederlandse Arbeidsinspectie biedt opnieuw waardevolle inzichten rondom het veilig werken op de Nederlandse werkvloer. Ondanks voortdurende aandacht voor veilige werkomstandigheden blijft het aantal ernstige ongevallen zorgwekkend stabiel.

De monitor laat zien waar het misgaat, wie het treft en welke patronen zich blijven herhalen – kennis die essentieel is voor preventie, beleid en een lerende veiligheidsorganisatie.

Stabiele cijfers, maar structurele risico’s

In 2024 rondde de Arbeidsinspectie 2.702 ongevalsonderzoeken af, waarvan 1.990 meldingsplichtig. Daarbij waren 2.001 slachtoffers betrokken, waaronder 58 dodelijke slachtoffers. Omgerekend is dat aantal dodelijke slachtoffers op dit moment ongeveer één per week. Het onderzoek toont aan dat het op dit moment neerkomt op circa meldingsplichtige arbeidsongevallen per 100.000 banen – in werkelijkheid twee tot drie keer hoger door onderrapportage. Dat wordt gebaseerd op dat verwacht wordt dat er minder wordt gemeld (50 – 70% aan ondermelding).

Tabel 3.2: Slachtoffers afgeronde meldingsplichtige arbeidsongevallen (bron: Monitor arbeidsongevallen 2024)

De sectoren met het hoogste percentage aan ongevallen concentreren zich voornamelijk in:

  • Industrie (25%)
  • Bouwnijverheid (16%)
  • Handel (15%)
  • Vervoer en opslag (11%)

Dit is in tabel 3.9 van de monitor ook omgeslagen aan het aantal ongevallen per 100.000 banen, dat laat zien dat dat in de industrie 63 banen zijn, maar bijvoorbeeld bij waterleidingbedrijven en afvalbeheer was dit 115. De bouwnijverheid zit daar tussen in met 89. Medewerkers die relatief vaak het slachtoffer worden van een ongeval werken bij kleinere bedrijven. Zoals in tabel 3.10 wordt aangegeven. Waarbij het verschil tussen <10 werknemers en tot 100 werknemers ligt rond de 36-39%.

Tabel 3.10: Aantal en percentage ongevallen per grootteklasse bedrijven (bron: Monitor arbeidsongevallen 2024)

Typische oorzaken en betrokken middelen

Het merendeel van de incidenten houdt verband met, zoals dat uit tabel 3.5 (niet afgebeeld) is af te leiden:

  • Vallen van hoogte (35%)
  • Contact met arbeidsmiddelen of objecten (31%)
  • Op de derde plek (17%) Door iets geraakt

De eerste twee categorieën vormen samen bijna tweederde van alle arbeidsongevallen. Waarbij de ernst van contact met een arbeidsmiddel in veel gevallen leidt tot ernstig letsel. Waar bijvoorbeeld het vallen leidt in veel gevallen tot niet blijvend letsel (tabel 3.6). Veelvoorkomende betrokken middelen zijn ladders, vorkheftrucks en palletwagens.

Vooral in de bouw, waar tijdelijke werkplekken en hoogteverschillen veel voorkomen, blijft vallen de dominante oorzaak. In de industrie het in contact komen met arbeidsmiddelen.

Tabel 3.6: Aantal en percentage ongevalsonderzoeken per ongevalstype naar ernst letsel (bron: Monitor arbeidsongevallen 2024)

Arbeidsmiddelen en dodelijke ongevallen

Een aanzienlijk deel van de ernstige en dodelijke ongevallen hangt direct samen met het gebruik van arbeidsmiddelen. De monitor geeft niet direct inzicht in de mogelijke terkortkomingen bij arbeidsmiddelen, waardoor het niet duidelijk is wat nu de mogelijke oorzaken kunnen zijn. Daarnaast blijkt uit de monitor dat 59% van de slachtoffers bij machinerisico’s blijvend letsel oploopt. Uit de praktijk is bekend dat vooral oudere installaties en machines minder up to date zijn op het gebied van beveiligingen waardoor hier mogelijke risico’s aanwezig zijn.

Structureel onderhoud, periodieke keuringen en opleiding blijven cruciaal. Veilig gebruik van arbeidsmiddelen is niet alleen techniek of de cultuur en bewustzijn maar het is juist de schakel van alle componenten; het gedrag, het bewustzijn en het technisch op orde zijn van de arbeidsmiddelen met de juiste beveiligingen.

Kwetsbare groepen: uitzendkrachten

Een opvallende bevinding: 18% van alle slachtoffers was uitzendkracht, terwijl hun aandeel in de werkzame beroepsbevolking slechts 4% is. In de industrie loopt dit op tot 24%. Uitzendkrachten raken vooral gewond door contact met machines of objecten, vaste werknemers juist vaker door vallen. De cijfers tonen de kwetsbare positie van flexwerkers en de noodzaak van goede instructie en toezicht.

Minder voorkomende, maar zware ongevallen

Naast de veelvoorkomende typen ongevallen belicht de monitor vier zeldzamere, maar zware categorieën:

  • Contact met vuur, brand, explosie of elektriciteit
  • Fysiek contact met mens of dier
  • Extreme fysieke belasting
  • Bedolven raken onder een massa

Hoewel deze slechts circa 6% van alle meldingsplichtige ongevallen vormen, leiden ze onevenredig vaak tot ernstig of blijvend letsel.

Nieuwe aanpak: leren in plaats van straffen

Sinds 2023 past de Arbeidsinspectie een gedifferentieerde aanpak toe. Na afloop van een meldingsplichtig ongeval kan de werkgever zelf een onderzoek uitvoeren, analyseren, maatregelen treffen en een verbeterplan opstellen. Dit wordt samengevat in een rapportage richting de inspectie. Deze methode helpt mee om de werkgevers bewust te maken van het belang van veiligheid en het zelf inzicht te verschaffen in de achtergrond achter het ontstaan. Van de onderzochte bedrijven:

  • 84% voerde alle maatregelen uit
  • 39% nam extra veiligheidsmaatregelen

Deze aanpak stimuleert leren van ongevallen in plaats van enkel sanctioneren.

Conclusie

De Monitor Arbeidsongevallen 2024 laat een stabiel, maar hardnekkig veiligheidsbeeld zien. De boodschap is duidelijk: technische maatregelen, veiligheidscultuur, opleiding en toezicht zijn geen optionele maatregelen, maar randvoorwaarden. Wie wil voorkomen dat cijfers slachtoffers blijven, moet van elk ongeval willen leren – niet om te straffen, maar om beter te worden. Van reactief optreden naar proactief leren en voorkomen.


Bron:



© 2025 - Alle rechten voorbehouden - d-sc.nl

Website laten maken? SiteToGo.nl