Elektrisch veilig, waarborgen door testen?

Een groot deel van de elektrische veiligheid van een machine wordt bepaald door de bouw van ketens (potentiaal vereffening) en gebruik van de juiste componenten. Om daadwerkelijk te controleren of tijdens de bouw de elektrische systemen op de juiste manieren zijn aangesloten zullen een aantal testen uitgevoerd moeten worden. 

IEC 60204-1:2018, 18: Verificatie

De elektrische installatie van een machine dient te voldoen aan de IEC 60204-1:2018. In artikel 18 van de norm worden de uit te voeren testen aangeduid. Als er een C-norm andere testen voorschrijft moeten die worden gevolgd. Echter wordt er vaak terug verwezen naar de testen uit de IEC 60204-1. Overigens zijn het uit te voeren testen over het algemeen in lijn met elkaar en volgen ze dezelfde strekking. Waarden kunnen daarbij variëren. 

Volgorde

De testen die zijn opgenomen zijn als dusdanig opgesteld dat ze ook in die volgorde uitgevoerd moeten worden. Dat is ‘simpel’ te verklaren omdat met het volgen van de testen ook de veiligheid van de ‘tester’ zelf geborgd wordt. Ook het materieel zelf wordt met deze volgorde beschermd. Het functioneel testen (denk aan een FAT) is de laatste stap. Alle voorgaande testen zoals het bepalen van de impedantie (‘aarding’) moet daarvoor bepaald zijn om mogelijk letsel door fouten in onder andere de bedrading te voorkomen. Om geen nieuwe fouten te introduceren tijdens het testen is het vaak handig om volgorde van testen en monteren / demonteren van verbindingen (zoals bij bijvoorbeeld de hoogspanningstest (18.4) waarbij het besturingscircuit niet hoeft te worden getest) vast te leggen in werkprocedures. 

Machineveiligheidsvraagstuk opgelost?
Testen van de elektrische installatie, waarborgt elektrische veiligheid

Testen

De testen die door de IEC 60204-1:2018, artikel 18.1 worden voorgeschreven zijn:

a) verificatie dat de elektrische uitrusting overeenstemt met de technische documentatie; 

b) verificatie van het ononderbroken zijn van de beschermingsketen (beproeving 1 van 18.2.2); ‘Aardedoorgangstest’

Middels deze test wordt gecontroleerd of alle aardverbinding afdoende laag (goed aangesloten) zijn. 

c) bij foutbescherming door automatische uitschakeling van de voeding moeten de voorwaarden voor de bescherming door automatische uitschakeling worden geverifieerd volgens 18.2;  ‘Lekstroomtest’

Er moet gecontroleerd worden of de uitschakeltijd van de beveiligingen binnen de geaccepteerde grens van 0,4 s valt (voor motoren is dit 5 s). 

d) meting van de isolatieweerstand (zie 18.3); ‘Isolatieweerstand’

De isolatieweerstand van de hoofdstroomketens en beschermingsketen wordt binnen deze test geverifieerd. Dit geld alleen voor hoofdstroomketens die direct met het net zijn verbonden. 

e) spanningsbeproeving (zie 18.4); Hoogspanningstest of spanningsoverslagtest

Middels een hoogspanning (2x Unominaal of 1000 V) wordt getest of er geen doorslag kan ontstaan in de hoofdstroomketens. Dit geld niet voor stuurstroomketens en componenten daarin. Die zijn veelal door de fabrikant gekeurd volgens IEC 60950.

f) bescherming tegen restspanningen (zie 18.5); 

Bij gebruik van bijvoorbeeld regelaars of voedingen kunnen restspanningen blijven bestaan (>50V) nadat de voeding is afgeschakeld. Deze moeten minimaal gemarkeerd worden.

g) verificatie dat aan de relevante eisen van 8.2.6 wordt voldaan; 

8.2.6 is van toepassing op apparatuur met een hogere aardlekstroom van meer dan 10 mA (onder andere regelaars). Dan moet er gecontroleerd worden of aan de eisen die aanvullend aan dat circuitdeel worden gesteld wordt voldaan. Op basis van de ontwerpkeuze moet worden gecontroleerd of deze ook zijn uitgevoerd. 

h) functionele beproevingen (zie 18.6).

Werkt de machine zoals deze zou moeten werken? Stopt de machine bij het bedienen van de stopknop, maar ook werken alle beveiligingen. Zoals hekschakelaars, temperatuurbewakingen enzovoort.

Minimaal uit te voeren testen

a, b, c en h (in ‘geel’ aangegeven) zijn testen die minimaal uitgevoerd moeten worden. Daarmee wordt een groot gedeelte van de verificatie aangetoond.

Het is van belang om alle testen vast te leggen zodat deze traceerbaar zijn uitgevoerd.

Bron:

  • IEC 60204-1:2018; artikel 18

© 2025 - Alle rechten voorbehouden - d-sc.nl

Website laten maken? SiteToGo.nl